DE TRUC VAN HET OOG

DE TRUC VAN HET OOG
juni 23, 2018

Het trompe l’oeil genre van de schilderkunst wordt vaak beschouwd als de arme neef in contrast met de meer volwassen familieleden zoals figuratie of abstractie, maar toch keren verschillende hedendaagse schilders in Noord-Europa terug naar de taal van het illusionisme als een serieuze manier om de hedendaagse schildervragen verder te ontdekken.

Illusionistische schilderkunst vindt zijn oorsprong in de rhyparos-schilderijen van alledaags afval in het oude Rome. Later repliceerden xenia-schilderijen in Pompeji huiselijke voorwerpen zoals kruiken, borden en bloemen, geschilderd in laag reliëf, direct op de muren voor het amusement van welgestelde Romeinse functionarissen. Toch verscheen de term trompe l’oeil pas in de 17e eeuw met de grandioze muurschilderingen uit de barokperiode.

Ondanks zijn grillige pretenties zagen Nederlandse kunstenaars zoals Edward Collier en de Vlaamse schilder Cornelius Norbertus Gijsbrechts meer potentie in het genre als middel voor politieke subversie. Collier’s rek schilderijen laden kunstvoorwerpen in hoge mate anti partij berichten die konden worden vastgemaakt of vastgebonden aan een houten plank. Dror Wahrman merkt op: “Deceptie was voor Collier niet alleen een artistieke vaardigheid … eerder een kritisch hulpmiddel, een middel om zowel te onthullen als te verbergen.” Bekijk Collier’s rek schilderijen en zijn politieke opvattingen worden nauwelijks onthuld. Welke betere manier om de valse beloften van een koning te onthullen dan om een kopie van zijn toespraak te schilderen op een medium dat geassocieerd wordt met deceptie en misleiding?

Hyperrealistische trompe l’oeil-schilderkunst bootst de realiteit zo goed na dat het de waarheidsgetrouwheid van het onderwerp zelf in twijfel trekt. Zoals Norman Bryson in zijn baanbrekende boek “Looking at the Overlooked” schrijft: “Normaal bepaalt het schilderwerk de inhoud van het gezichtsveld door een soevereine blik … maar in trompe l’oeil is het alsof die blik is verwijderd, alsof die nooit aanwezig is geweest.”

Toch zien hedendaagse schilders zoals Lucy McKenzie, Kees Goudzwaard, Hugh Mendes en David Musgrave nieuwe mogelijkheden in trompe l’oeil als een manier om hedendaagse vraagstukken van replicatie, authenticiteit, digitalisering en de manier waarop kunstenaars bronmateriaal gebruiken te benaderen en misschien bijgestaan door moderne ontwikkelingen in de schildertechnologie die een verhoogd realistisch gevoel kunnen bieden in vergelijking met meer traditionele toepassingen van eitempera en op olie gebaseerde verven. McKenzie heeft een bijna vergeten sub-genre van trompe l’oeil schilderij onthuld, genaamd quodlibetic (wat je wilt). Hier worden objecten geschilderd om de impressie te geven dat willekeurig op een tafel of prikbord zijn gevallen.

Dit nederige genre van de schilderkunst is dan ook zeer ambivalent, en verdient zeker een tweede blik.
Dror Wahrman, Mr. Collier’s Letter Racks: A Tale of Art and Illusion at the Threshold of the Modern Information Age uitgegeven door Oxford University Press, 2012, pagina 8.
Norman Bryson, Looking at the Overlooked, uitgegeven door Reaktion Books Ltd, 1990, pagina 143

Ontvang de tweemaandelijkse nieuwsbrief met tips & tricks, kennis en artikelen door kunstenaars

Leren over artiesten